Terugblik

Inmiddels zijn we al een tijdje verder, maar toch wil ik graag met jullie terugblikken op onze tijd in de stam. Onze tijd die we hebben doorgebracht in de stam was een belevenis op zich, om nooit te vergeten. Daarnaast heb ik in mijn vorige blog beloofd erover te schrijven. Bij deze neem ik jullie graag mee terug in de tijd.

Voorbereiding

Een maand wonen en leven in een stam betekent een goede voorbereiding. Er zijn geen winkels om de hoek, dus mochten we voor een hele maand boodschappen, behalve groenten en fruit, meenemen. Die waren op de markt verkrijgbaar. De boodschappen haalden we  in Madang. Vervolgens werd de Hino (de truck) volgeladen met alle spullen van de studenten die mee moesten naar de stam. Onze stam woont op het eiland Kar-Kar, zo’n 4 uur varen vanaf Madang. Dat betekende dus een bootreis. Die tocht was niet zonder angst. Het water ging op een gegeven moment behoorlijk te keer. Als je dan op de grond zit met 2 kinderen half op schoot en je van de ene kant naar de andere kant glijdt, er geen  goede reling is die je tegenhoudt om in het water te vallen… nou je voelt ‘m wel.. . we waren blij toen we veilig aangekomen waren.

Aankomst

Bij aankomst werden we op een andere wagen geladen. We zaten tussen onze bagage in, hutje mutje op elkaar. Om de beurt werden we bij een stam afgezet. Wij waren als laatste, dus we konden al een beetje bij de andere gezinnen zien, wat voor aankomst ons te wachten stond. De zenuwen liepen steeds hoger op, hoewel, de kinderen leken nergens last van te hebben. Na een half uur kwamen we dan eindelijk aan. We haalden in eerste instantie opgelucht adem. Er stond namelijk niet zo’n menigte mensen als wat we even daarvoor gezien hadden bij de andere families. Daardoor voelde het niet meteen niet zo overweldigend. Maar toen we eenmaal uitgestapt waren, kwamen al snel vanuit alle hoeken mensen. De kinderen werden gelijk opgetild en uitbundig bekeken en iedereen wilde een hand geven. Omdat het ondertussen al  zes uur ’s avonds was , begon het schemerig te worden en kregen we trek. Gelukkig had onze wasfamilie (een familie in de stam die de verantwoording voor ons heeft en op ons moet letten deze maand), daar ook aan gedacht, want er werd netjes een tafeltje buiten klaargezet, met 5 bordjes met daarop gekookte banaan, wat groenten en een piepklein visje er bovenop. We zaten immers maar 20 meter van de zee en die zit natuurlijk vol met vis. We hoopten dat de wasfamilie zelf ook ging eten, maar nee, zij keken hoe wij hapje voor hapje probeerden te laten zien hoe we ervan genoten. En gelukkig hadden ze het heerlijk klaargemaakt!

Wassen, koken, wassen, koken..

Omdat een maand niet te beschrijven valt in een blog, beschrijf ik hoe over het algemeen een dag in de stam eruitzag.

Om 5 uur werden we wakker gezongen door onze waspapa. Hij prees God door voluit te zingen en gitaar te spelen.  Hoe gaaf is dát! Na een uur hoorden we steeds meer stemmen om ons heen… het dorp begon wakker te worden.

Om half 7 werden we gewekt, een jongeman uit de stam had in alle vroegte een vis voor ons gevangen. De opdracht daarbij was om het gelijk klaar te gaan maken. Dat is toch heerlijk een vers gebakken visje op de vroege morgen…De vis ging op het zelfgemaakte vuur en zo rond koffietijd was hij klaar.

Ondertussen hadden we samen ontbeten in onze Hauskuk (buitenkeuken). We hadden water wat vanuit een regenton kwam,  daarna door ons werd gefilterd, vervolgens op het zelfgemaakt vuur gezet, om lekker koffie te kunnen drinken, wat we overigens ook met de hand moesten maken.  Best confronterend als je bedenkt dat je in Nederland gewoon water uit de kraan haalt, het in het koffiezetapparaat doet en op een knopje duwt. De meiden gingen na het ontbijt naar de plaatselijke school, een school met alleen zwarte kindjes. Alle groepen kregen les in één ruimte, een ruimte in de buitenlucht. Het was een betonnen vloer, een paar palen en een dak. Op de grond kregen ze les. Britney vond het vaak handig om op haar buik te liggen als ze in haar schrift moest schrijven. De meiden hebben érg genoten van alle lessen die ze kregen.

Terwijl de meiden op school zaten, ging Hans er met de zoon van de wasfamilie op uit. Hij ging bezoeken afleggen aan andere stammen. Contacten leggen en relaties opbouwen is in dit land heel belangrijk.

Wassen

Zelf ging ik aan de gang met het huishouden. Eerst water uit de waterput halen om op een buitentafel de afwas te gaan doen. Daarna water uit de regenton halen om de was te gaan doen, kledingstuk voor kledingstuk, met een stukje zeep schoon schrobben, daarna weken en vervolgens goed uitwringen om het op de kunnen hangen. Gelukkig kreeg ik hulp van een paar kinderen, zij zaten niet op school. Voor mij een mooie kans op wat leuke gesprekjes in het Tok-Pisin te voeren.

’s Middags waren de meiden weer thuis, ze speelden heerlijk in de zee, deden allemaal leuke spelletjes die de lokale mensen hen leerden, en leerden op hun beurt hen ook spelletjes die zij kenden. De meiden voelden zich als een vis in het water hier in de stam, zo bijzonder!

Speciaal project

Hans had voor deze middag een speciaal project bedacht: een wc-stoel maken. In de stam kennen ze namelijk geen wc, daarvoor in de plaats hebben ze een liklikhaus. Een klein hokje met een heel diep gat erin, dat is het. Het was met de meiden elke keer een strijd om er naar toe te gaan. Hans had zich daar al op voorbereidt en een wc-bril meegenomen. Van een krukje die daar al was heeft hij een prachtige wc-stoel gemaakt en die bovenop het gat gemonteerd. Met veel belangstelling van de mannen uit de stam, dit hadden ze nog nooit gezien!

Voorbereidingen voor het eten

Zelf ging ik deze middag met een paar vrouwen uit de stam naar de ‘garden’ (de groentetuin), het was ongeveer een kwartier lopen. Vol enthousiasme  vertelden ze me alles over groente en fruit. Er werd van alles voor me meegenomen, zodat ik weer een paar dagen vooruit kon. Ook werd er gelijk veel brandhout meegenomen, dit hadden we immers dag in dag uit nodig voor het maken van het vuur om te kunnen eten koken. Daar ging ik dan ook gelijk mee beginnen toen we weer thuis waren. Voor je het weet is het donker en dan heb je alleen een klein lichtje, wat overdag opgeladen is door de zon, om te zien wat je aan het koken bent. Ook dit voelde elke avond als een bewustwording. We waren elke dag afhankelijk van de zon. Als we een dag goed zon hadden, dan was er ‘goed’ licht ’s avonds , maar was er een regendag, dan hoopte je dat het ’s avonds volle maan was om toch nog te kunnen zien waar je liep.

Na het avondeten gingen we ons douchen. De mensen in de stam hadden voor ons een hok gemaakt, omringt door een soort zeil met daarin een grote ton die we konden vullen met koud water uit de waterput. Dit was onze douche, met een klein bakje konden we afspoelen. Dit was voor de meiden de grootste straf van de tijd in de stam. Als je dan ook nog heel lang haar hebt!

Na een vermoeide dag kropen we allemaal in ons bed, een dun (lucht)matrasje op een houten vloer, en probeerden we weer bij te tanken voor de dag erna.

Het was een ervaring om nooit te vergeten!! Wat een contrasten, wat zijn wij verwend. We hebben ons regelmatig schuldig gevoeld tegenover deze mensen. En toch was dat niet nodig, want we zagen dat zij gelukkig waren, ze weten de verschillen namelijk niet. Dit is hun leven. Hoe bijzonder!

Fotoreportage Koningsdag op Kar-Kar